Het is pikkedonker als 45 uitgehongerde kinderen de oversteek maken over het IJsselmeer. Het is maart 1945 en in Zuid-Holland kampen veel jonge kinderen met honger. Ze hebben bolle buiken omdat ze ondervoed zijn. Een dominee uit Waddinxveen wil deze kinderen vanuit Zuid-Holland naar Drenthe brengen, want daar is genoeg eten voor de kinderen.
De reis moet over het water gemaakt worden, omdat wegen en bruggen naar Noord-Nederland grotendeels opgeblazen zijn door de Duitsers. Maar de tocht over het IJsselmeer brengt ook risico's met zich mee. De geallieerden vliegen vaak over het IJsselmeer op zoek naar Duitse oorlogsboten en het verschil tussen een boot vol Duitse soldaten of uitgehongerde kindjes is niet te zien.
Aanvaring
De dominee besluit 's nachts te gaan varen, zonder licht. Maar in het laatste oorlogsjaar varen meer boten onverlicht in het donker over het IJsselmeer. De kans op een aanvaring is daarom zeer groot. In de nacht van 8 op 9 januari 1945 botsen de Groningen IV en de Jan Nieveen op elkaar. Daarbij vallen 13 doden.
De boottocht van de 45 kinderen gaat wonderwel goed. In Drenthe worden ze opgevangen bij pleeggezinnen. Daar krijgen ze te eten en worden ze gered van de hongerdood. Na de oorlog keren de kinderen, gezond en wel, terug naar hun ouders in Zuid-Holland.
Dat de situatie nijpend was vertelt een kind van toen, Greet Kalkman, in een gesprek met Omroep West. Kalkman was 12 jaar oud toen ze de oversteek maakte over het IJsselmeer. "Aan boord moest mijn broertje overgeven. De jongen die naast hem zat had zo'n honger, dat hij de kots opat".