Nu Gerdy Luskus op leeftijd is, vertelt de Almeerse voor het eerst over het moeilijke begin van haar leven. Een periode die nog steeds veel bij haar losmaakt. Samen met een vrijwilliger van Humanitas schreef ze haar levensboek.
Het was spannend voor Gerdy om haar verhaal te vertellen. Toch vond ze dat het tijd was om het wel te doen, vooral ook voor haar zoon. Hij wist niet dat zijn moeder zo'n verschrikkelijke periode had meegemaakt.
Als vierjarig meisje moest Gerdy in 1933 met haar ouders Duitsland ontvluchten. De vader van het gezin was in die dagen organisator van demonstraties tegen Adolf Hitler en het fascisme. Als politieke vluchtelingen kwamen ze in Amsterdam terecht. Omdat Nederland geen politieke vluchtelingen erkende uit Duitsland, was het gezin stateloos en sliep overal en ergens. Nadat er een huurhuis was gevonden, waren ze nog niet veilig. Na de Duitse inval moest haar vader weer onderduiken. Toch benadrukt Gerdy dat ze na deze moeilijke periode en prima leven heeft gehad met haar man en kinderen.
In 1982 verhuisde ze met haar man naar Almere. Haar dochter woonde daar al en twee jaar later verhuisde ook haar zoon naar Almere. Wanneer haar man in 1990 overlijdt, gaat ze vrijwilligerswerk doen in het buurthuis. Daar heeft ze tot haar 88e achter de bar gestaan.