Bejaard is hij zeker, moegestreden nog niet. Met zijn 76 jaar bleek The Silver Spitfire nog kwiek genoeg voor een wereldreis. Ter afsluiting van die reis staat de Spitfire twee dagen bij Aviodrome in Lelystad.

Nederland is voor dit specifieke model van de Spitfire een soort tweede thuis geworden. Tijdens de oorlog tegen Nazi-Duitsland volbracht het toestel ruim vijftig missies in dienst van de Britse luchtmacht. Later kocht Nederland het toestel over, waarna het de Nederlandse Koninklijke Luchtmacht diende tot 1953.

Vanaf begin jaren '80 belandde het vliegtuig in diverse musea. Eerst in het Aviodome op Schiphol, later op het Aviodrome in Lelystad. Het toestel leek voorgoed achter de deuren van musea te blijven, totdat men in het Engelse Chichester bedacht om een wereldreis met het toestel te maken. Veel van de tachtigduizend onderdelen werden schoongemaakt en gereviseerd, de camouflage werd verwijderd en het glanzende aluminium verscheen.

Op 5 augustus startten piloten Steve Brooks en Matt Jones hun reis, die voerde langs onder meer de Verenigde Staten, Rusland, Egypte en Italië. Lelystad is de voorlaatste stop van de Spitfire, morgen vliegt het terug naar Engeland. Het toestel wordt daar tentoongesteld.